-
Japan
16 december 2018Japan smaakte in 2016 naar meer en dit korte verblijf (van 26 februari t/m 4 maart) is bedoeld om onze smaakpapillen tevreden te stellen tot een volgend, langer bezoek. We bezoeken Nara, Kyoto en Kyoto in deze meer-steden-trip.
-
Naar Japan (26 februari 2019)
28 februari 2019We hebben zowaar best goed geslapen, maar wel een paar uur te kort als de wekker ons het bed uit jaagt. Op de automatische piloot belanden we in de taxi (dag Dandy hotel, wat ben je fijn en wat is je personeel geweldig) en door doodstil Taipei (zo rustig hebben we het nog niet gezien) rijdt de zwijgzame chauffeur ons naar de luchthaven. Daar leveren we onze bagage in en gaan op zoek naar koffie. Flup. En nu wakker worden.
De vlucht is, als we na enige vertraging vertrekken, uitstekend. Rustig, met een ontbijtje en het wordt steeds beter weer. Als we de eerste eilanden van Japan zien is het strakblauw en zonnig. We vliegen over bergen, rivieren… èn niet al te ver langs een werkende vulkaan! Het vliegtuig maakt keurig een bochtje en wel zo dat we ‘m keurig kunnen zien liggen en kunnen fotograferen.
Rond 12 uur lokale tijd landen we op Kansai, de internationale luchthaven van Osaka. En dan begint de echte vertraging. Er worden meerdere vluchten tegelijk losgelaten op de douane en we komen in een enorme lading mensen terecht, die allemaal twee vingerafdrukken moeten achterlaten en een foto en die vervolgens nog moeten worden gecontroleerd en een visum moeten krijgen (voor zover ze dat niet al hebben). Het duurt nogal: meer dan een uur.
En dan willen we nog pinnen, een sim-kaart (dat kan tegenwoordig lokaal; Karin moest ‘m drie jaar geleden nog vooraf aanschaffen) en een vervoerkaart + treinkaartje naar Kyoto. De trein gaat snel: binnen een minuut dat we er in staan. Maar dat staan dat duurt een uur van de totale vijf kwartier reis. En dan moeten we nog twee haltes metro en dan eindelijk zijn we bij ons hotel. Het grote voordeel daarvan is dat we meteen kunnen inchecken. Het is bovendien een erg mooi hotel: in Japanse stijl is het van een ingetogen schoonheid. Net als de kamer: bruin-grijze kleuren, een zalig bed, prachtige verlichting, tatami-matten op de vloer… We zijn er meteen verrukt van.
En het is fijn dat we een extra nachtje konden blijven. Oorspronkelijk zouden we in Nara beginnen, maar twee dagen geleden hebben we er voor gekozen om eventueel een dagtochtje naar Nara te doen en de overnachting om te zetten naar een extra nacht Kyoto voor een iets rustiger reisschema. Daar zijn we nu wel blij om. Het weer is prachtig, maar het is over half 4 als we weer naar buiten komen. Tijd genoeg voor een eerste indruk, maar niet echt voor allerlei bezienswaardigheden.
Nadat we even terug naar boven zijn gegaan voor een extra laagje kleding (brrr, het is hier ineens weer winter, met een graadje of 10) wandelen we naar het centrum van de moderne stad. Die begint twee straten verderop, dus we zitten geweldig centraal. We kiezen voor eerste indrukken opsnuiven: voor Martijn is het de eerste keer in Japan en de kleine straatjes, de vierkante auto’tjes, de muziekjes van de vuilniswagen en de voetgangerslichten, de automaten in alle straten met ladingen blikjes (inclusief koffie, warm!), de plastic modellen van etenswaren in etalages zijn allemaal nieuw. Karin geniet van terug zijn: ze is na haar reis van drie jaar geleden fan van dit gekke, bijzondere land en hoopt Martijn aan te steken.
We wandelen door de ‘hoofdstraat’, over de ‘voedselmarkt’ in de kelder van warenhuis Daimaru (enorm, met de meest lekkere èn mooie etenswaren), naar een stil tempeltje, waar de eerste pruimenbloesem aan de bomen zit en het beeldje van de liggende os glimmende hoorns heeft van iedereen die er overheen wrijft en naar de rivier waar enorme roofvogels boven cirkelen. Het is koud, maar mooi zoals gezegd en als we te koud worden is het tijd voor eten. En dat betekent in Japan gemiddeld keuzestress. Zo ook vandaag: die ene Okonomiyaki-tent? Nee, die wordt tocht te wisselend beoordeeld. Deze dan, met Ramen, rijst èn Gyoza? Ja, dat klinkt beter. Piepklein, voorzien van locals èn toeristen en met heerlijk eten. Martijn eet voor de eerste keer in zijn leven en tot zijn grote genoegen Ramen-noedels; Karin eet rijst met een gekookt ei en soya-saus (verrassend lekker) en we delen een bord met piepkleine en smakelijke gyoza (ook wel ‘potstickers’; dumplings die niet alleen worden gestoomd, maar ook even gebakken). Bier erbij (na thee en samen met sake dé drank naar keuze bij Japans eten) en we zijn zeer tevreden.
En dan is het wel op. Terug in het hotel rommelen we nog wat, drinken een borrel (voor de vlucht naar Taiwan kochten we een klein flesje gin: in Taiwan konden we geen gin vinden! Gelukkig heeft Japan dat wel) en gaan vroeg slapen. Het was wat vroeg vanochtend, maar hoera, we zijn in Japan!
-
Maiko èn Geiko (eerste dag Kyoto, 27 februari 2019)
2 maart 2019We worden bijna spinnend van tevredenheid wakker. Wát een fijne, stille en comfortabele kamer. Zeer tevreden wandelen we rond half 9 de deur uit. Op naar… Paul, een bakkersketen die we al op meerdere plekken op de aardbol tegen kwamen. En vandaag valt hij extra in de smaak: een knapperend vers stokbroodje met camembert èn een kop koffie. Met name Karin is een zeer tevreden mens. Met voldoende energie in onze magen lopen we door een koud-maar-zonnig Kyoto naar de ontmoetingsplek voor de free walking tour. We halen nog even een kop koffie en om half 10 ontmoeten we samen met nog een stuk of 15 mensen Yuri, onze gids. Hij woont sinds een jaar of 12 in Japan en doet deze tours in zijn vrije tijd, omdat hij ervan geniet ons ‘zijn’ Kyoto te laten zien.
En de tour is super-informatief. Niet zozeer over de stad, maar wel over geiko’s (elders heten ze geisha’s) en maiko’s (de leerling-geiko’s) in het eerste deel van de tour en over de tempels in het tweede deel van de tour. Hij neemt ons eerste mee door Gion, de wijk waar ze beiden werken in ‘theehuizen’ en de maiko’s ook wonen (in okiya’s). De ‘theehuizen’ waar gewerkt word herkenbaar aan een bescheiden zwart plaatje; de woonhuizen van de maiko’s aan de houten plankjes met namen van de maiko’s. Hij laat ons op een poster de haardracht van maiko’s zien, waar ze ook overdag aan te herkennen zijn. We hebben geluk: tijdens onze tour zien we er één twee keer. En later, als we zelf op stap zijn, zien we er in een andere wijk ook nog één. Hij wijst ons op het oudste theehuis van Kyoto en vertelt over de elite die ze kan inhuren. Zelfs al zijn er tegenwoordig mogelijkheden voor toeristen om ze te ontmoeten: denk niet dat je erbij hoort daarna, waarschuwt hij.
In het tempel-deel van de tour vertelt hij over Shinto (het staatsgeloof van Japan, waarin goden in en van álles kunnen zijn. Zoals koffie. En ramen-noedels. En bomen. En bergen. En… Afijn je snapt het idee. Daarnaast kent Japan het Boeddhisme. En eigenlijk hebben ze het vooral een beetje gemixt. De samenvatting is dat je als Shinto wordt geboren en als Boeddhist dood gaat, als je naar de rituelen kijkt. Wat nog wel interessant is dat je na je dood een andere naam krijgt, waarmee je ‘voortleeft’. Een soort nieuwe fase = een nieuwe naam.
We wandelen langs de Kennin-ji tempel en bezoeken na een wandeling door een geweldig sfeervol deel van het oudste deel van de stad de ‘apentempel’. Geen echte apen: een soort zorgen-poppetjes, die je je slechte gewoonte meegeeft. Vervolgens knoop je zijn handjes en voetjes bij elkaar, zodat je slechte gewoonte niet ontsnapt en hang je m op in de tempel. Succes gegarandeerd. En zo niet? Tja, dan probeer je natuurlijk niet hard genoeg! De tempel is een kleurrijk geheel. De ‘apen-bolletjes zijn alle kleuren van de regenboog, net als de kimono’s van alle Japanse meisjes die een bezoek aan Kyoto aangrijpen om in klederdracht te gaan. Ze selfie’en zich helemaal ongelukkig in en rond de tempel.
De oude straatjes zijn ondanks de toeristen super-charmant. In Kyoto mag in het centrum niet hoger worden gebouwd dan vier verdiepingen en veel gebouwen en huizen zijn (deels) van donker hout. Overal hangen lantaarns en zijn leuke hoekjes en we proberen met plaatjes iets te vangen van het geheel. Elke straatje en hoekje heeft wel iets dat we eigenlijk óók nog willen zien en ondanks dat we een flinke afstand afleggen met de tour, nemen we ons voor om straks terug te komen.
Als Yuri ons loslaat is het kwart over 1 en moeten we dringend wat eten. Zijn tip is helaas wat ons betreft een beetje een misser. Een erg traditioneel restaurant, waar we in een zijkamertje worden gepropt en waar het eten echt niet beter is dan ‘wel ok’. Het is bovendien erg duur, waardoor we ons nogal genept voelen. Eerlijk gezegd begrijpen we niet zo goed waar de goede beoordelingen vandaan komen! De tuin is wel erg mooi en we wandelen er nog even een rondje doorheen. Op tuin-sloffen, want onze eigen schoenen hebben we in een kluisje moeten stoppen toen we binnen kwamen.
We gaan er gauw weer vandoor en gebruiken de rest van de middag om de route van de wandeltocht van vanochtend op ons eigen tempo nog een keer over te doen. We gaan de Kennin-ji tempel in waar we plaatjes maken van een zen-tuin (figuren geharkt in steentjes) en van een afbeelding van twee ENORME draken (zie foto) op het plafond van de centrale tempelhal. We halen een lekkere bak koffie. We wandelen door de schattige straatjes en maken foto’s van de gekke dingen (zoals een met bladgoud bedenkt ijsje). We fotograferen elkaar (zoals echte Japanners) onder een bloeiende pruimenboom. En we wandelen naar de Kiyumizu-dera tempel waar we in het half uurtje voor hij dicht gaat genieten van het voorplein en het uitzicht over Kyoto.
Terugwandelend door de straatjes gaan de lantaarns overal aan. We ‘struikelen’ over een stille door lantaarns verlichte tempel achter Gion waar we plaatjes maken. En in Gion kiezen we (bijna als enigen) de stille straatjes weg van de hoofdweg. Als we door een stil straatje lopen worden we ingehaald door de snelle ‘klik-klak’-passen van houten sandalen. Een geiko komt in vol ornaat voorbij. We kijken haar ademloos na. Als we verderop een deur binnen gaat kijkt ze even om. Ze zal wel gek worden van al die toeristen, maar wij hebben het gevoel een cadeautje te hebben gekregen!
We wandelen terug naar ons hotel en dan er iets voorbij naar een piepklein restaurantje (zes tafels): Sukemasa. Ze hebben er één ding en dat doen ze fenomenaal goed: gyoza maken. Nog veel lekkerder dan die van gisteren en we eten er een hele berg. Bier erbij en als twee heel tevreden mensen verlaten we het pand(je). We zijn vol-ko-men versleten, maar wauw, wat is Kyoto leuk!
-
Kyoto in de regen (28 februari 2019)
2 maart 2019Vandaag mogen we lekker een beetje uitslapen. Dat wil zeggen: er staat een erg vroege wekker, maar na één blik uit het raam duikt Tijn het bed weer in. Het regent en niet te zuinig en hoewel hij natuurlijk graag de bikkel uithangt met ‘running Japan’ was ‘swimming Japan’ niet helemaal de bedoeling! Karin grumbelt iets over betrouwbare weersvoorspellingen en te vroege wekkers en draait zich om. Als we uiteindelijk opstaan is Eggs’nThings inmiddels open (Japan is geen vróeg land, wat restaurants en winkels betreft) en in dit van oorsprong Hawaïaanse tentje (ehm, ja sorry) eten we een berg fruit met yoghurt en muesli (vandaar dus).
Het regent nog steeds enorm en onder de grote, doorzichtige paraplu van het hotel wandelen we eerst door de smalle straatjes en dan op de grote winkelstraat onder de overkapping naar Nishiki market. Deze markt is de laatste jaren enorm toeristisch geworden, maar locals halen er nog steeds hun delicatessen. De beste vis, kruiden, de beste thee… Er is van alles te zien en zelfs de toeristische winkeltjes zijn een bezienswaardigheid. We proeven versgebakken koekjes met knapperige broad beans (heerlijk, we nemen meteen een pakje mee voor de komende dagen), ruiken en proeven theesoorten (Martijn doet zijn best om beleefd te blijven kijken bij de macha-thee maar griezelt inwendig) en Karin ‘onthoofd’ een allerschattigst donut-egeltje. In de messenwinkel staart Martijn verlekkert naar sommige handgemaakte messen (en schudt zijn hoofd bij anderen). En zo dwalen we een eindeloze tijd over de markt.
Het is tijd voor koffie en Karin neemt Martijn mee naar ‘Coffee Smart’. Anders dan de naam misschien doet vermoeden al heel lang een instituut in Kyoto. Een oude koffie-rooster, waar we de meute nèt voor zijn. We bestellen koffie èn een portie van hun beroemde wentelteefjes. Die blijkt ENORM en we stellen vast dat we wel wat vroeg (half 12 liggen ze op ons bord), maar bij deze hebben geluncht. Ze zijn wel echt heel lekker en we voelen ons als enige westerlingen helemaal bij de ‘incrowd’ horen. Daarbij negeren we vrolijk dat we werkelijk maar twee woorden Japans kunnen en de serveerster gelukkig bereid is haar drie Engelse woorden te gebruiken.
Na de vroege lunch is het winkel-tijd. Dat kan je namelijk geweldig in Kyoto, winkelen, óók als het regent. er is heel veel overdekt en ja, anders ga je gewoon het volgende leuke winkeltje OOK in. We zoeken en vinden een winkel die washi (handgeschept papier) zou moeten hebben, maar helaas is die dicht. Een man die voorbij komt zegt: ‘Kwamen jullie voor hen? Ze doen inventaris vandaag en morgen. Gooien meteen de hele winkel dicht. Sorry’. Wij zeggen onmiddellijk ook sorry (regel 1 in Japan) en bedanken hem. Jammer, maar helaas. Een stukje verderop vinden we een heel andersoortig papier-winkeltje. Geen washi, maar wel allerlei hebbedingetjes met gekleurd papier omwikkeld. Karin besluit de eigenaresse te vragen de hele winkel te verkassen naar Nederland. Die moet erg lachen, buigt diep en bedankt. Ook jammer 😉 In Tokyu Hands (een knutselwinkel) lopen we ook een rondje en dan is het tijd voor andere dingen.
Martijn gaat hardlopen. Het is inmiddels droog (en nog steeds koud) en hij bikkelt zich 10 kilometer langs de rivier en langs de keizerlijke tuinen. Daar kijken ze vooral verrast. Vreemd, zegt Martijn, ik vond het wel lekker efficiënt sight-seeing! Als hij klaar is gooit hij zichzelf en zijn kleding door een soppie en ontmoet Karin in de winkelstraat. Die is naar de Sanjusangen-do geweest. Ze was er drie jaar geleden ook en was toen helemaal verrukt van de 1000 gouden boeddha’s en de 11 houten bescherm-beelden uit de 12e (!) eeuw. Helaas waren er toen ook busladingen schoolkinderen en veel te veel toeristen. Deze keer heeft ze meer geluk: ze geniet de laatste drie kwartier in een zeer rustige tempel van de prachtig expressieve houten beelden.
Als we elkaar weer terugvinden wisselen we verhalen uit terwijl we ons rustig voortbewegen naar… een Kaiten-sushi tent (waar sushi op een transportband voorbij komt; in Nederland heet het vaak sushi-treintje). En iedereen die Martijn kent weet hoe bijzonder dat is: Martijn gaat vrijwillig sushi eten! Een sushi-treintje is dan wel zo handig: het is spettervers en wordt voor je neus klaargemaakt (als je de goede uitzoekt), maar het valt niet op als je weinig /iets eet als het tegenvalt! Maar gelukkig valt het helemaal niet tegen!
Musashi Sushi heeft het allemaal en is bovendien goedkoop. Karin kruist haar vingers en… ja, zegt Martijn, zo lust ik het wel! Lekker vers, veel keuze, zelf iets uit kunnen kiezen (en lekker lang kunnen aarzelen als je het even niet weet), iets bij kunnen bestellen als er wat ontbreekt en veel nigiri-sushi, dat is de variant zonder zeewiervellen. Hij is blij en Karin is zo mogelijk nog veel blijer! Ze eet zich een rondje aan alle lekkere sushi en gaat bijna huppelend de tent uit. Martijn moet lachen: he, ik ga nu niet iedere keer sushi eten he? Karin negeert hem: sushi is een optie!
Bekaf en stukgelopen gaan we naar het hotel…. en halen koffie bij de starbucks. Dat is niet de bedoeling (lokale koffie is leuker), maar de enige koffietenten die we treffen zijn met een foute pot koffie die er al te lang staat èn een tent waar koffie bijna 9 euro per kop is! Over koffiesnobs gesproken! Dan maar de Starbucks, een bakkie in een leuke sakura (kersenbloesem)-beker. Zoals we gisteren al zeiden: wat is Kyoto toch leuk. Zèlfs in de regen!
-
Nog meer tempels (laatste dag Kyoto, 1 maart 2019)
3 maart 2019We zijn ‘al’ op 2/3 van de reis, zegt Martijn als we opstaan. We kijken elkaar aan: dat betekent dat we nog een hele maand op ontdekkingsreis mogen! En dat is het echt, in landen zoals Japan. Vandaag staan er verrassend genoeg tempels op het programma. We puzzelen de route er naar toe bij elkaar terwijl we onderweg bij een bakkertje twee croissantjes oppikken. Het is even zoeken, maar met behulp van een metro en een ‘private rail line’ (lees: een soort metro, maar niet van de overheid) staan we om kwart over 8 bij Fushimi Inari, één van de allerbekendste Shinto-heiligdommen van Japan.
Voor de Shinto is het een belangrijk administratief en religieus heiligdom; bij toeristen (of reizigers) zoals wij zijn de honderden rode ‘tori’ (poortjes) bekend en geliefd. We zijn extra vroeg gegaan zodat we hopelijk nog wat plaatjes kunnen schieten zonder al teveel mede-reizigers er op. Dat lukt, vooral omdat de mensen die er al zijn hetzelfde willen en iedereen probeert rekening te houden met elkaar. In ongeveer twee uur tijd dwalen we over de bergrug (Martijn klimt helemaal naar boven; Karin geeft het net als de vorige keer op met alle trappen), onder honderden zo niet duizenden poortjes door. We komen langs grotere en kleinere altaars, veel met beeldjes van vossen er op. De vos wordt vereerd als de god van de rijst, veelal met een sleutel in zijn bek. Dat is de sleutelt tot de rijstopslag.
Rond kwart over 10 zitten we uit te hijgen op het muurtje helemaal onderaan de berg, net buiten het heiligdom . Daar mogen we weer een flesje water leegdrinken, zittend op het muurtje en peuzelen we eindelijk ons ontbijtje op. Daarna zoeken we met behulp van Internet een koffietentje. Dat blijkt eenvoudig: om de hoek zit een piepklein tentje die een uitstekende bak koffie schenkt. Terwijl we overwegen het super-schattige kindje naast ons mee te nemen (hij stuitert bijna van zijn stoel af van enthousiasme als blijkt dat de bak chocomel HELEMAAL van hem is!) maken we een vervolg-plan.
Er is tijd voor nog een tempel en na een korte trein-/metroreis èn een wandelingetje bezoeken we de Tofuku-ji, een tempel uit de 13e eeuw die in de 15e eeuw na een verwoestende brand werd herbouwd. Als één van dé vijf grote boeddhistische tempels in Kyoto is hij tegenwoordig vooral bekend om zijn houten brug over een bomen-vallei (in de herfst drukbezocht vanwege de kleurende blaadjes; vandaag bijna verlaten) en zijn aangeharkte zen-tuinen met prachtige patronen in de steentjes. De enorme houten toegangspoort maakt ook indruk. Het is er bovendien heerlijk rustig een pruimenbomen in beginnende bloei zorgen voor wat kleur tussen het grijs en donkerbruin.
Als we zijn uitgekeken is het dringend tijd voor lunch en twee trein-/metrostopjes verderop (en ‘uiteraard’ een wandelingetje) vinden we die bij Okonomiyaki Kiraku. Zoals de naam al verraadt serveren ze er de bijzondere mix tussen pannenkoek, omelet en (aardappel)tortilla met hartige vulling (in ons geval varkensvlees en garnalen). Die wordt door een kok klaar gemaakt en vervolgens op de grillplaat voor je neus gelegd. Daar hak je er steeds stukjes vanaf tot ‘ie op is. Karin is al fan en Martijn na het eten van zijn eerste exemplaar ook. In het piepkleine tentje zit een mix van locals en toeristen en we voelen ons zeer welkom… al mogen we onze kleding wel meteen in de was doen, want die stinkt na het eten echt een uur in de wind.
Na de lunch zijn we weer een beetje bij gekomen en besluiten we dat we vandaag nog één tempel extra gaan doen, namelijk de Kiyumizu-dera. Daar waren we twee dagen gelden ook vlak voor hij dicht ging en we willen eigenlijk nog wel naar binnen. Dus wandelen we weer een stuk (pffff, ik denk dat mijn benen tot aan mijn knieën zijn afgesleten straks, verzucht Karin) en klimmen daarna omhoog naar de tempel. Daar is het druk met wat Chinese tour-groepen, maar we weten inmiddels dat als je ergens staat te kijken en er zo’n ‘horde’ op je neerdaalt, je gewoon moet blijven staan. In de meeste gevallen zijn ze binnen twee minuten alweer op weg naar het volgende item.
En ja, ook in dit geval is het een kwestie van heel even blijven staan en daarna bekijken we in relatieve rust de tempel, de prachtige houten beelden die er staan, het uitzicht en een aantal sub-tempels. Eén daarvan is gericht op de liefde. Er staat verrassend veel Engelstalige uitleg bij en dat is best fijn. Het met dichte ogen lopen tussen twee stenen doen mensen (vooral jongedames) om een geliefde te vinden: als het veilig lukt gaat het snel lukken en als je advies krijgt heb je er hulp bij nodig! De houten boom met spijkergaten werd vroeger gebruikt om vervloekingen gericht aan liefdes-concurrenten op te spijkeren. We vinden tot onze verrassing nog wat briefjes aan een spijker! En de hamer waarmee je het konijn slaat is bedoeld om de liefde wakker te schudden. Dus.
Als we zijn uitgekeken dwalen we door de propvolle maar oh zo schattige straten van het oude Kyoto al fotograferend naar ons hotel. He, he, we zijn echt op dus het laatste deel van de middag gebruiken we om een kopje thee te drinken èn een beetje aan het verslag te werken. ‘s Avonds willen we absoluut niet meer ver lopen dus we kijken online of er ook leuke restaurantjes dichtbij zitten.
Dat blijken er zo veel te zijn dat de gemiddelde Nederlandse stad ermee uit de voeten zou kunnen. Lieve help wat heb je hier toch veel eettentjes. En tussen al die keuzes vinden we Daikichi. En dat blijkt geweldig. Opnieuw een heel klein tentje in een izakaya-stijl. Dat betekent dat het een soort bar is waar je ook eten kan krijgen. In dit geval yakitori: spiesjes. Allerlei soorten spiesjes, maar het kerningrediënt is bij de meeste varianten kip. En daarnaast is er bier. En Karin probeert pruimen-wijn. Een soort likeur die ze gelukkig met veel ijs heeft besteld, waardoor het iets minder zoet wordt. Zoals ze zelf zegt: heerlijk voor nu, maar niet iets dat ik thuis zou drinken.
We bestellen allerlei soorten spiesjes (kip met prei, kip met knoflook, kip met super-hete yuzu-peper (oeps), kipgehakt èn kwarteleieren) en groenten in de vorm van groenten ingelegd in het zuur en super-smaakvolle komkommer met sesam. We kletsen met de barman (een aardige Japanner die goed Engels spreekt en Japan maar formeel en ingewikkeld vindt, zegt hij), nemen nog een drankje, krijgen wat hapjes cadeau en hebben een uitstekende avond. Als er een dame binnenkomt die een sigaret opsteekt (dat mag hier nog tot eind maart) is het genoeg en nemen we afscheid. We komen vrolijk buiten… en weten nu zeker dat we onze kleding moeten wassen! Dat doen we dus als we terug zijn in het hotel, in de munten-wasmachines en -drogers. Zeer tevreden gaan we ons heerlijke mandje in. Morgen naar Osaka… via Nara!
-
Dagje Nara, onderweg naar Osaka (2 maart 2019)
3 maart 2019Als we met al onze zooi rond half 9 in de trein/metro naar Nara zitten, hebben we met enige pijn in ons hart afscheid genomen van het heerlijke hotel en Kyoto zelf. Wat was dit leuk: ook Martijn is erg enthousiast en we overwegen toch ergens de komende jaren nog een keer terug te gaan naar Japan. Voor nu hebben we gelukkig nog meer leuks te ontdekken en het is er een koude, maar stralende dag voor. Vrolijk stappen we dan ook uit op Kintetsunara (de naam van het station dat het dichtst bij de bezienswaardigheden ligt), proppen onze grote tassen in een grote kluis (met enig aanduwen passen er nèt twee in één kluis) en gaan aan de wandel.
Om te beginnen via een deel van het hertjespark naar het nationaal museum. De hertjes van Nara zijn net zo beroemd als alle tempels. Ze buigen als je naar ze buigt of te eten geeft en ze zijn hondsbrutaal (of is dat hertsbrutaal?) omdat ze beschermd zijn en beschouwd worden als het vervoermiddel dat een belangrijke god ooit naar Nara bracht. We zien een klein Chinees dametje op een holletje er vandoor gaan, achtervolgd door meerdere hertjes die volledig gericht zijn op de koekjes in haar hand. Het is nog uitkijken geblazen, want hoewel de meeste hertjes erg braaf of zelfs een beetje bangelijk zijn, zijn sommige exemplaren niet vies van bijten, schoppen of kopstoten uitdelen. We laten onze lege handen zien en passeren ongeschonden.
Op naar het museum. Niet om het te bekijken, maar om er een kop koffie te drinken: het is één van de weinige plekken die al open is en koffie heeft. We drinken een haastig bakje en gaan dan meteen door naar de Todaiji Tempel. Gebouwd in de 8ste eeuw maar met een huidige centrale hal uit de 17e eeuw
De enorme houten wachters in de toegangspoort zijn slechts één keer sinds het begin van hun bestaan (in de 8e eeuw) van hun plek gehaald, namelijk voor een restauratie eind vorige eeuw. Ze staan tijdloos en dreigend in hun niches. Via de toegangsweg en een ticket-gate krijgen we zicht op de hal en als we die binnen stappen, door massieve houten deuren met koperbeslag, op de centrale boeddha. Het beeld is gigantisch. Een paar getallen: de schouders zijn 28 meter breed, de neus is een halve meter hoog en elk oog iets meer dan een meter. De eerste versie van het beeld stamt uit de 8ste eeuw: delen zijn sindsdien opnieuw gegoten, maar grote delen zijn nog uit die tijd. Bij een check met röntgenstralen eind vorige eeuw werden een tand, een bot en meerdere voorwerpen ontdekt in de knie van het beeld. Waarschijnlijk van de keizer die opdracht gaf tot de bouw van de tempel in de 8ste eeuw.
We staan met open monden te kijken, zelfs Karin die het al eerder zag. We bekijken de centrale boeddha, de twee beelden er naast, de 28 boeddha’s van ‘maar’ twee meter die in de vergulde ‘stralenkrans’ achter de centrale boeddha ‘zweven’, de houten wachters die in de hal staan en de houten maquettes van de tempel, waarvan er één zelf ook meer dan 300 jaar oud is. Een pilaar rechts achterin heeft een gat er in. Het idee is dat als je er doorheen kruipt, je dan succesvol wordt op school of in je studie. Leden van een schoolklas wordt er één voor één doorheen gejaagd, met een foto als bewijs. De volwassen kerel die er doorheen gaat blijft nèt niet klem zitten. Buiten bekijken we de zielig uitziende houten boeddha die glimmend gewreven is: het idee is dat je het beeld aait op de plek waar je pijn hebt en dan jezelf. Karin probeert de knieën nog maar eens: het gaat behoorlijk goed de laatste drie jaar, dus wie weet dat een dubbele portie nog meer succes oplevert!
Als we zijn uitgekeken besluiten we de ‘lange’ route te nemen naar het Kasuga heiligdom. Het is echt heerlijk weer en tussen de hertjes en het groen wandelen we naar het oosten. He, zegt Karin, die tempel heeft mooie lantaarns hangen en vooral een aardig uitzicht weet ik van de vorige keer. Als we na een rondje kijken weg lopen worden we tegen gehouden. Er moeten twee monniken door, die via een juk een enorme ketel heet water dragen. Ze verdwijnen in de open deur rechts van ons waar een andere monnik zo te zien een wasje staat te doen. De deur gaat gauw weer dicht, maar met een vriendelijke glimlach.
Het is tijd voor lunch en die vinden we bij café Le Case (heel hip dus, twee vreemde talen in één naam) waar quiches worden verkocht. Helaas is de tent vol, maar we mogen wel take out meenemen en dat doen we. Een stukje verderop vinden we een bankje en genieten we in het zonnetje (en met een half oog op de hertjes om te zorgen dat de lunch van ons blijft) van de heerlijke stukjes quiche. Heel legaal: Japanners zijn heel erg tegen lopend eten, maar een picknick is natuurlijk prima! Flesje water er bij en we voelen ons als een koningspaar in Japan.
Het Kasuga heiligdom is vooral bekend door de honderden lantaarns die er hangen en omheen staan. Elk jaar worden ze tijdens een soort festival allemaal aangestoken en in een verduisterde ruimte kan je een indruk krijgen van hoe dat er uit ziet. Vandaag vinden we naast de lantaarns het bruidspaar het allerleukste die in prachte traditionele gewaden (zij in het wit en hij in het donkerblauw en wit) en stralend nerveus op de foto gaan en vervolgens via een route die wordt besprenkeld met (speciaal?) water ergens in een afgesloten deel van de tempel verdwijnen. Wij klikken plaatjes van de lantaarns en bekijken deze wereld erfgoed site. Volgende keer graag mèt dat lichtjesfestival, zegt Karin, ik ben nu toch wel benieuwd!
En dan is het wel een beetje op. We wandelen terug naar het museum voor nog een kopje koffie, maar ondanks Martijn’s aanbod om rustig te wachten, slaat Karin het museum over. Het lijkt haar prachtig, maar de pootjes zijn op. Tijd om de trein te pakken en dat doen we dan ook. We komen zoals gepland uit bij Osaka Namba en met één metro-hopje staan we bijna naast ons hotel: nog twee blokjes. En ook hotel The Flag is geweldig. De Fransman die ons incheckt (het is een erg internationaal geheel achter de receptie) maakt een beetje een rommeltje van het inchecken, maar hij is er zo van geschrokken en onder de indruk dat we vooral medelijden met hem hebben. We zeiden toch al dat we nog moesten betalen? Geeft niks joh, komen we dat alsnog doen. De kamer is uitstekend; stil, schoon en met een fijn bed. En het hotel heeft allerlei fijne extra’s zoals uitstekende gratis koffie en een wasmachine voor als we toch nog wat dingen door de was willen gooien (eten in die kleine restaurantjes zorgt voor nogal wat etenslucht in onze kleding).
We gooien onze tassen neer en na een uurtje rustig aan gaan we aan de wandel voor het eten en een laatste beetje sight seeing. Dat eten doen we bij Chojiro, een… Kaiten Sushi plek! Karin kan haar geluk niet op, vooral niet omdat de sushi nog beter is dan die van een paar dagen geleden. “Nu heb ik wel weer genoeg sushi voor de komende periode gehad”, zegt Martijn, maar dat kan Karin niks schelen. Dat is twee keer meer sushi eten dan waarop ze had gehoopt! Zéér tevreden wandelen we door de gekte van Dontombori naar het hotel terug. Martijn, die tot nu toe volhield dat Japanse gekte wel meevalt, is ‘om’ als hij vijf cheerleaders met reclameborden van een drogist dansjes ziet doen achter het raam op de derde verdieping van die drogist. Ze worden ‘aangekwijld’ en gefilmd door ladingen jongetjes met telefoons. We kijken elkaar aan: tijd om te gaan slapen…
-
Osaka Shopping (3 maart 2019)
7 maart 2019Het is even zoeken naar Mondial Kaffee 328 (tja, die naam hebben wij óók niet verzonnen), maar ze zitten niet al te ver weg en als we ze hebben gevonden hebben ze een uitstekend ontbijtje voor ons. We nemen er een uitstekende bak koffie bij en bespreken dan de plannen. Vandaag zijn dat er vooral niet zo heel veel. We gaan in de buurt wat markten bekijken… en dat is het dan wel! We vertrekken morgen naar Seoul in Zuid-Korea en aangezien Osaka niet zo heel spannend is, is het een prima moment voor een beetje pauze.
We beginnen met de Sennichimae Doguya-Suji. Een hele mond vol voor een overdekte winkelstraat waarin allerlei winkels zijn verzameld die alles verkopen dat de horeca nodig heeft of nodig zou kunnen hebben. Of moeten hebben! En het is machtig interessant. Natuurlijk zijn ook hier de toeristische winkeltjes neergestreken, waarop hordes Chinezen af komen die als een stel sprinkhanen over de koopwaar heen gaan. Maar we zien vooral allerlei winkels waar lokale horeca-lui hun inkopen doen. Potten, panen, bestek, borden, messen, kopjes, snelkookpannen, doeken die als uithangbord fungeren, nep-eten dat soms heel plastic en goedkoop overkomt en soms bijna niet van echt te onderscheiden is…. We kijken onze ogen uit en wandelen de hele straat heen èn terug uit.
Daarna gaan we naar de Kuromon-Ichiba, een etenswaren markt. Dat is minstens net zo interessant. Karin constateert tevreden dat het stalletje dat drie jaar geleden walvisvlees verkocht, is verdwenen. Veel andere stalletjes zijn er nog wel. De marktlui hebben wel duidelijk een haat-liefde verhouding met hun klanten. We zien vooral heel veel bordjes die mensen vragen hun gekochte waren op te eten voor / naast de winkel waar ze het hebben gekocht (en er niet heel onbeleefd mee voor andere winkels langs te lopen!!!) en daar ook hun afval achter te laten.
Wat we ook interessant vinden is een restaurantje aan de rand van de markt, waar je bestelt door buiten een keuze te maken uit en te betalen aan een automaat. Vervolgens geef je binnen het bonnetje af en ga je eten, aan een lange bar, op een krukje. Het lijkt vooral bedoeld als een soort fast-food optie, hoewel wel later een soort opgehipte versie zien met Engelse uitleg en een fancy interieur. Aan de opgeluchte Amerikaan voor de deur te zien, is het ook een uitkomst als je bestellen heel eng / moeilijk vindt.
Wij wagen ons gelukt bij Chibo, bekend om de okonomiyaki. En ja, hij is best lekker… maar we hebben in Kyoto wel beter gegeten. We moeten lachen om onszelf: beginnen we nu ook al snobs te worden in Japans eten?! We bedanken vriendelijk en gaan er vrij snel weer vandoor. Op naar een kop koffie (in een tentje waar een (andere) Amerikaan heel genant keihard zit te praten en flirten met een lokaal meisje. Iets dat zij wel leuk vindt, maar de rest van de tent geneert zich dood (net als wij). Als we onze (heerlijke) bak koffie ophebben rennen we er bijna vandoor.
Het is inmiddels stampdruk in de winkelstraat en we besluiten dat het genoeg is geweest. We gaan terug naar het hotel waar we administratieve zaken regelen, een laatste wasje doen en lekker even niksen. ‘s Avonds gaan we er nog één keer uit. Martijn heeft een restaurant uitgezocht om de hoek dat open zou moeten zijn. Dat wil zeggen: Google zegt half 7, hun eigen website zegt 6 uur.. en als we er 10 over 6 aankomen zegt het personeel: sorry, sorry: we zijn open vanaf 7! Ehm, ok tot straks dan….
Martijn kijkt opzij en ziet tot zijn verrassing geen geïrriteerde maar een vrolijke Karin. Tokyu Hands! roept ze blij. De knutselspullen-winkel die we ook in Kyoto bekeken heeft hier een drie keer zo grote vestiging, één straat van het hotel. Karin gaat zich een klein uurtje helemaal te buiten aan neuzen door alle spullen voor we weer terug gaan naar het restaurant.
Dat is een Mexicaan. En voor jullie allemaal beginnen te gillen (ja, beste mede-food-snobs, jullie weten dat ik jullie bedoel): het is echt een briljante keuze. Osaka is een wereldstad en net als je in andere steden niet alleen maar één keuken eet, doe je dat hier ook niet. Vooral niet, omdat we zo een heel ander deel van de bevolking zien. Het is namelijk een enorm hip tentje, bezocht door redelijk jonge, enorm hippe, rijke lui, die elegant-westers zijn gekleed, stevig drinken, luidruchtig worden… Kortom een wereld verwijderd van de kantoorslaven of de grijze muizen die we tot nu toe vooral veel hebben gezien. En: het eten en de cocktails zijn uitstekend!
We hebben een top-avond waarin we proosten op Japan en op ‘nog een keertje terug, ooit’. En daarna pakken we onze zooi in en gaan we gauw slapen. De wekker staat niet zo vroeg als op de dag dat we hier naar toe kwamen, maar toch nog best indrukwekkend vroeg. Dag Japan, morgen zijn we vast te slaperig om fatsoenlijk afscheid te nemen, maar je was echt top!
Japan
Japan smaakte in 2016 naar meer en dit korte verblijf (van 26 februari t/m 4 maart) is bedoeld om onze smaakpapillen tevreden te stellen tot een volgend, langer bezoek. We bezoeken Nara, Kyoto en Kyoto in deze meer-steden-trip.