• Dubai & De Malediven

    We starten onze reis na een korte stop in Dubai (van 3 t/m 5 januari) met een bezoek aan de Malediven (van 5 t/m 10 januari). Zon, zee, snorkelen en rust lijken ons de ideale ingrediënten voor een ontspannen begin van dit avontuur.

    Reacties uitgeschakeld voor Dubai & De Malediven
  • Veel te vroeg naar Dubai (3 januari 2019)

    Karin kijkt op haar horloge. En zucht eens heel diep. Na weken, nee maanden voorpret is het zover. Vandaag begint onze reis! Eindelijk! … maar waarom half 7 ‘s ochtends vliegen dan een goed idee leek toen ze die Transavia vlucht boekte kan ze echt niet bedenken op dit moment?! Het is half 4 ‘s nachts en hoe leuk de plannen ook zijn: dat is op het moment dat de wekker gaat echt geen briljante tijd voor de start van welke reis dan ook!

    We slepen onszelf uit bed en vooruit, als we dan eenmaal bezig zijn, dan begint heel langzaam het besef te komen: we gaan! Als om 4 uur Harro met de auto voor komt rijden voelen we ons heel erg bevoorrecht: door onze plannen, maar vooral door onze vrienden en familieleden! Harro is een held, besluiten we maar weer eens als hij ons 20 minuten later afzet op Schiphol.

    En daarna gaat alles ook al zo soepel. Koffie, een rondje lopen en dan boarden. Hoewel we een klein beetje vertraging hebben, landen we uiteindelijk keurig op tijd aan de gate in Dubai. De vlucht duurt lang en is niet de meest comfortabele die we ooit hebben gehad door de krappe stoelen, maar het uitzicht onderweg is fenomenaal en we verbazen ons over de verscheidenheid van landschappen. Bevroren velden, besneeuwde bergen, kale rotsen, glooiende zandduinen en dan, na de Persische Golf, Dubai!

    De luchthaven van Dubai is enorm en heeft drie vertrekhallen. Vertrekhal 2, waar wij aankomen, heeft geen metrostation (in tegenstelling tot vertrekhal 1 en 3) dus we nemen een taxi. We treffen een goeie chauffeur, ondanks de files weet hij ons met enige handigheid binnen 20 minuten in het hotel te krijgen. Nouja, voor het Sheraton, waar ons hotel (Al Khoory) een straat achter ligt. We wimpelen de draag-mannetjes van het Sheraton af  (sorry, volgende keer misschien) en lopen het laatste stukje naar het hotel. Daar krijgen we een eenvoudige, maar keurig schone kamer, waar we onze spullen neergooien.

    Nee, nu even niet naar het bed kijken! Snel frissen we ons een beetje op en dan wandelen we naar buiten. Nu weten we weer waarom we zo vroeg wilden vliegen. Het is drie uur later in Dubai en op deze manier kunnen we nog even ‘landen’! En iets eten. Het hotel ligt ideaal, op ongeveer 10 minuten van de Dubai Creek en het Arabian Tea House, waar Karin 6 jaar geleden met Karst ook was. Net als toen krijgen we een tafel buiten, op de binnenplaats, onder een enorme boom. Toen aten we er ontbijt: deze keer krijgen we op verzoek versgebakken brood en schaaltjes met kaas-samosa’s, kibeh (gehakt-hapjes), humus en mutabal (met aubergine) voorgezet. We nemen er een pot thee bij (met een jasmijbal die opbloeit in het water) en een fles water en landen langzaam ook mentaal in Dubai.

    Na het eten wandelen we nog een rondje door de souks en langs het water, maar ver komen we niet. We zijn echt op en blij met het feit dat dir drie uur tijdverschil. Dat geeft ons een goed excuus om terug te gaan naar het hotel en na een beetje rommelen en lezen om te storten. Mèt oordopjes in: we willen slapen! Dus welktruzzzz…..

  • Het meeste uit één dag Dubai (4 januari 2019)


    Het kán beter, een nacht slaap, maar we zijn dik tevreden dat we in één keer tot 7 uur hebben geslapen en uit onszelf wakker worden. We doen nog een tijdje rustig aan, maar het is buiten schitterend weer, dus pom op lijf: actie! Na een bescheiden ontbijtje wandelen we een rondje, gaan we pinnen en nemen we daarna een taxi naar het Etihad Museum. Dit Museum van de Eenheid / Verbondenheid en is gewijd aan de oprichting van de Verenigde Arabische Emiraten en aangezien we daar geen bal van afweten laten we ons graag wat wijzer maken.

    Het is te vroeg als we aankomen: het museum is nog dicht. Dat komt ons eigenlijk wel goed uit, want we hebben wel; behoefte aan een kop koffie en aan de overkant van de enorme straat wenkt een Starbucks. Een Drive Thru naast een tankstation en we worden met zoveel enthousiasme binnen gehaald dat we vermoeden dat we de eerste wandelende gasten van de tent zijn. Ooit. De koffie smaakt prima en we worden uitgezwaaid als we weer weggaan. Al grappend over nieuwsberichten die het personeel nu ongetwijfeld de wereld inslingert (‘Echt! Ze waren te voet”) wandelen we in het zonnetje naar het museum terug. Het is een graadje of 23 / 24 schatten we en zo lang we met ons winterhuidje goed uitkijken is het heerlijk in de zon!

    Het museum is open en een pietsje ehm… minder feitelijk dan we hadden gehoopt. We leren er zeker wat. Over hoe de Britten in 1968 aankondigden zich terug te trekken. Over de sheiks van Abu Dabi en Dubai die samen koffie dronken in de woestijn en plannen smeedden voor een eenheid, Over de drie jaar erna waarin iedereen zich de blaren op de tong onderhandelden. Over hoe de VAE eerst 9, toen 6 en uiteindelijk 7 leden kende. En hoe op 2 december 1972 de VAE een feit waren. Ook leren we wat over de mannen die dit regelden aan de hand van hun persoonlijke eigendommen. Een interessante mix van traditioneel en modern, oosters en westers en met verrassend veel munten èn wapens. Het meest hilarisch is het paspoort van de sheik  van Dubai, waarin het ‘inwoner van’ is doorgestreept, ten gunste van ‘heerser over’!

    Alle interessante feiten, gebruikersvoorwerpen en foto’s worden echter voorzien van zoveel pompeuze en hoogdravende teksten en muziek dat we na een uur helemaal klaar zijn. Karin vergelijkt het met het Kennedy Space Center in Florida waar ze zelfs de neiging had de toiletdeur met veel misbaar dramatisch open te werpen door de heroïsche muziek die zelfs op het toilet te horen was. Afijn. Wat geleerd. Klaar. Volgende.

    We nemen een taxi naar Souk Madinat Jumeirah, zo’n 16 kilometer (!) verderop langs het water. Deze moderne souk (een overdekt winkelgebied) is pas een paar jaar open, maar heel traditioneel vormgegeven, aan en rond het water en het maakt dat het ene heel sfeervol geheeld is. Het maakt dat het druk is, maar op dit tijdstip (11 uur) nog niet idioot druk. We poseren voor een plaatje met de Burj al Arab op de achtergrond (het iconische gebouw, vormgegeven als het zeil van een traditioneel zeilschip), dwalen door de souk, maken meer plaatjes en wandelen dan richting strand.

    Daar staat beveiliging, die iedereen tegenhoudt, maar als Karin vriendelijk uitlegt dat we willen eten bij Shimmers mogen we er als enigen gewoon door. Met uitgestreken gezichten wandelen we langs de rij en melden ons bij de moderne strandtent. Natuurlijk hebben we plek en voor we het weten zitten we op het strand, in de schaduw van een parasol, met een enorme mocktail (alcoholvrije coacktail) en een sandwich voor ons neus, te kijken naar het onwaarschijnlijk blauwe water en de Burj al Arab! We zuchten eens: diep tevreden en zakken na het eten onderuit met nog een drankje. Vakantie!

    Na het eten winkelen we nog een beetje en nemen dan opnieuw een taxi. Deze keer naar de Dubai Mall. We zijn er al eerder geweest (Karin al meerdere keren), maar we vinden het veruit de leukste en meest idiote mall die we kennen. We bekijken het dinoskelet, het enorme aquarium (van buiten), de geweldige waterval en de Burj Khalifa (deze keer gedeeltelijk in de wolken). We winkelen bij allerlei leuke winkels (zonder iets te kopen overigens), drinken verrukkelijke ijskoffie en vermaken ons kortom kostelijk.

    Als we op ons horloge kijken blijkt het al 5 uur en is het tijd om naar ons hotel te gaan. Niet dat de winkels dichtgaan (en het wordt eerder drukker dan rustiger), maar we zijn redelijk versleten. Terug dus en dat doen we deze keer met de metro (zes haltes) en de benenwagen (zes minuten). Hopla en voor we het weten zijn we op de kamer.

    Daar frissen we ons snel een beetje op en gaan dan opnieuw eten bij het Arabian Tea House. Het zit er propvol, maar ze hebben zowaar dezelfde tafel als gisteren voor ons. Het eten is opnieuw verrukkelijk en we genieten. En dan zijn we we klaar. We wandelen terug naar het hotel waar we een kop koffie drinken, aan het verslag werken en inchecken voor onze vlucht van morgen. Want morgen gaan we naar de Malediven!

  • Naar de Malediven (5 januari 2019)

    Het is toch weer best vroeg als de wekker gaat, maar het gaat allemaal best snel dus na een kort ontbijtje lopen we keurig volgens planning om 7 uur het hotel uit. We twijfelen even. Taxi? Metro? De tassen zijn weliswaar wat zwaarder dan normaal op reis (respectievelijk 15 en 16 kilo) maar we hoeven maar zes minuten te lopen, dus metro it is!

    Dat vinden we na 6 minuten lopen al bijna een minder leuk idee, maar dan gaat het daarna makkelijk. Kaartje, metroritje door Dubai, waar de zon door het stof een gelig licht verspreid en een stukje lopen naar de incheckbalie waar we met een zucht van verlichting de tassen inleveren. Na een kop koffie bij Paul (jawel, daar was ie weer, onze favoriete internationale bakker) boarden we keurig op tijd. Wauw, wat een verschil met Transiavia is deze Emirates vlucht. Luxe stoelen, alle mogelijke technologischie entertainment, lekker eten en drinken èn nog steeds een prachtig uitzicht.

    Want als we na wat vertraging (we staan in de rij achter een hele sliert andere Emirates-vliegtuigen om te mogen vertrekken) in de lucht zijn, blijkt deze vlucht over Dubai, Oman, de Oceaan en uiteindelijk de Malediven net zo mooi als die van twee dagen geleden. De tijd vliegt voorbij en om half 3 lokale tijd (een uurtje later dan in Dubai en vier uur later dan in Nederland) landen we op Male International Airport.

    We worden efficiënt naar binnen gehaald. Stukje wandelen, stempeltje, tas door de scanner, tas ophalen en hoepla, we staan in de ontvangsthal, die omringd is door azuurblauw water. Maar: he, zegt Karin, een brug tussen Male en het luchthaven-eilandje! Er rijden ineens taxi’s om het luchthaven-gebouw! Gelukkig varen er ook nog eindeloos veel bootjes omheen en zien we een watervliegtuig vertrekken. Er waait een warme wind door de ontvangsthal; we zijn blij dat we al even in Dubai zijn geweest en zomerkleren aan hebben, anders dan sommige andere mensen!

    We verdelen de taken. Karin gaat pinnen (een stapeltje Maldiviaanse Rufiyaa met de onmogelijke koers van 1 staat tot 0,06 euro lijkt handig) en Martijn gaat op zoek naar de Coral Speed, de boot waarop we geboekt zijn. Karin heeft eerder beet; ze treft een info-mannetje dat haar verwijst naar balie F3 voor de bootjes. Als we elkaar weer hebben gevonden herbevestigen we onze boeking. Boekingsman vraagt ons om iets voor 4 weer terug te zijn. Dat geeft ons tijd voor plassen, een fles water scoren en een rondje lopen.

    Om 4 uur staan we met Boekingsman en een hele lading andere mensen aan de kade. Denk ongeveer 20 meter buiten de ontvangsthal. Naast ons staat een erg zenuwachtige Amerikaan die ongeveer 34 keer vraagt of hij wel goed staat als hij op de Coral speed moet zijn. Als Boekingsman het met hem opgeeft (yes sir, right here, from this spot sir, really!) beginnen we een praatje. Want we moeten even wachten. En nog even wachten. En nog even. Boekingsman wordt steeds geïrriteerder, is constant aan de telefoon en begint uiteindelijk mensen om te boeken naar andere boten.

    Dat duurt bij ons nog tot 5 uur, maar dan zitten we dan ook, met zenuwachtige Amerikaan, die inmiddels een enthousiast verhaal vertelt over Nederlandse ‘stroepenwaffels’, op een speedboat, samen met nog zo’n 20 andere mensen, lokaal en toerist. De tocht is niet bepaald comfortabel… Als we verder op zee komen maakt de boot enorme klappen en we zijn dan ook behoorlijk door elkaar geschud als we na een uur bij Rasdhoo aankomen, de eerste stop. De Amerikaan gaat van boord. Hij zwaait en beloofd ooit in Leiden ‘stroepenwaffels’ te komen eten.

    Na nog 15 minuten zijn we eindelijk bij Ukulhas, ons eiland. De zon is net onder en we zijn blij dat we er, een uur later dan gepland en net voor het echt donker wordt, toch nog zijn. Op de kade wacht Jacob, één van de drie broers die samen Beach Villa beheren, ons verblijf voor de komende dagen. Zijn broer Chiko komt er aan zegt hij, met ons vervoermiddel. We vissen onze tassen op en kijken in de donker om ons heen. Een paar straatlantaarns, een kade met kleine vissers- en toeristenbootjes, kleine gebouwen, een moskee, een paar mannen die onder het licht van de lantaarn en spel spelen en een vrouw die helemaal in het zwart gekleed en met sluier, voorbij wandelt.

    Chico en Jacob nemen ons mee naar een idyllisch verblijf: een klein ‘huisje’ aan een binnentuin waar een enorm bed, een kokosnoot gevuld met verse kokosmelk en een heerlijke maaltijd met verse vis (klaargemaakt door de zus van de drie mannen) op ons wachten. Wauw, wat een welkom. We krijgen in sneltreinvaart uitleg en daarna laten ze ons met rust voor het eten.

    Na het eten gaan we even bedanken. Jacob neemt ons mee om het strand te laten zien,. Dat ligt letterlijk aan de overkant van de straat, 15 meter door de bomen (palmen en banyan’s) en hoepla, strand! We staren verrukt omhoog. Wat een sterren! Wacht maar, zegt Jacob, soms licht de zee ook op. We halen eens diep adem. We kunnen niet wachten tot het licht is!

    Reacties uitgeschakeld voor Naar de Malediven (5 januari 2019)
  • Snorkelen op de Malediven (6 januari 2019)

    We hebben nog wat ‘rommelig’ geslapen, maar aan het bed of het huisje ligt het niet (eerder aan onze lijven die wat moeten wennen). Het bed is enorm en ligt heerlijk, het huisje is van alle gemakken voorzien en als we naar buiten stappen is dat in een tuin met zand onder je voeten en overal planten, bloemen en vlinders en een ontbijtje dat naar ons lacht op de tafel tegenover ons huisje. Wauw, wat een service.

    En na het eten hoeft er … niets. Echt niet? Natuurlijk wel: we ‘moeten’ snorkelen! En dat blijkt het thema van de rest van de dag. We kiezen op ‘ons’ deel van Bikini Beach ( het strand aan de oostkant van het eiland, tegenover onze villa, waar je je als toerist mag kleden in alleen je bikini als je dat wilt) twee strandstoelen uit, gooien daar wat zooi neer en ‘rennen’ zo ongeveer het water in. Meteen aan na 5 meter wit zand begint het rif en dat strekt zich een meter of 50 uit, tot een steile afgrond in donkerblauw water verdwijnt. En het snorkelen is echt geweldig.

    We hebben het idee in een tropisch aquarium terecht te zijn gekomen. We zien allerlei vissen, in allerlei groottes en in allerlei kleuren en we klikken er lustig op los met onze camera. Het is fijn dat er niemand meekijkt, want deze eerste dag snorkelen na lange tijd is weer even wennen en ook de nieuwe camera zorgt voor de nodige giegel-momenten, maar dat boeit ons niet. We hebben de tijd!

    Erg on-Martijn&Karin-s besteden we uren op het strand en in het water. We zoeken op het strand meteen de schaduw op, zijn ingesmeerd met factor 50 en dragen uiteraard een shirt en korte broek tegen het verbranden (en een petje en zonnebril op het strand), maar verder gaan we helemaal los. Tussendoor eten we een na het ontbijt bestelde lunch voor de kamer, drinken we flessen water leeg en vermaken we ons met het spotten van wildlife: enorme vleerhonden scheren over de bomen, tropische vogels fluiten onbekende deuntjes in de bomen en we spotten vanaf het strand onze eerste haai! Een hele 30 centimeter is ‘ie, onze zwartpunt rifhaai, maar Karin is maar wat trots dat ze ‘m heeft gevonden.

    En dan in de loop van de middag moeten we echt de zon uit. We wassen onze zwemkleren, onze haren en onszelf, trekken bescheiden kleding aan (korte mouwen mogen, maar we kiezen ook gezien de muggen voor lange broekspijpen en lange mouwen, alles van heel dunne stof) en houden siësta. Daarna drinken we nog een flesje water leeg, bekijken de zonsondergang op het strand, waar we kennis met onze Zweedse buren (een moeder met twee zoons, waarvan één volwassen), regelen een tripje voor morgen (samen met de buren) èn wandelen uiteindelijk naar SeaLaVie, het Thaise restaurant op het eiland.

    Dat heeft een open bovenverdieping waar het heerlijk waait. En het eten en drinken is er heerlijk. We delen kleine loempia’s als voorafje, drinken verse limoensap, eten kip met cashewnoten en pad thai met rijst en nemen een zalig kopje echte cappuchino toe.

    Wat een heeeeerlijke dag! En morgen beloofd nóg beter te worden…

  • Snorkelen met mantaroggen (7 januari 2019)

    Het is vroeg vandaag; nog voor het ontbijt staan we om 7 uur klaar met onze spullen. Ingesmeerd met factor 50, in de snorkel-outfit, een petje, een badhanddoek en zonnebril in de tas en slippers aan. Wij zijn er klaar voor; samen met de Zweedse familie (mama met twee zoons) in het huisje naast ons èn een Italiaans koppel worden we met het vervoermiddel van de eerste avond (een klein, electrisch ‘karretje; een soort brommer met een laadbakje inclusief bankje) door Chiko naar het noorden van Bikini Beach gereden. Dat hadden we ook kunnen lopen in een paar minuten, maar vooruit.

    Broer Jacob komt daar een paar minuten later heen en zowel Chiko als Jacob gaan met ons meer op excursie. We gaan op zoek naar manta-roggen! Vlakbij Ukulhas zijn drie plekken waar bijna het hele jaar door mantaroggen te vinden zijn. De kansen zijn uitstekend; Jacob vertelt ons dat het zo’n 10 keer per jaar niet lukt om ze te vinden, maar dat ze er soms wel 100 tegelijk zien! Nou, wij zijn al blij met eentje, maar een paar zou wel leuk zijn natuurlijk!

    We varen een minuut of 20 over een redelijk rustige zee, voorbij een resort-island, door een smalle doorgang naar buiten het atol, naar de open oceaan! … waar het zo mogelijk rustiger is dan ín het atol. De deining valt door de luwte van het eiland enorm mee. Jacob staat op, zegt dat hij nu gaat zoeken, vaart 100 meter en zegt dáár, een stuk of drie! Hoe de man het doet is ons een volkomen raadsel. Ok, als je weet waar ie zit zie je een zwarte veeg onder water, maar hoe je die dan vindt..?! Lang staan we er niet bij stil. Jacob staat zich als een haas gereed te maken en we haasten ons in onze flippers, ons masker (schoongemaakt met afwasmiddel, waardoor het beslaan meteen over is), de camera.

    Plons! Haastig ons masker op en we zien… niets…? Kom op, zegt Jacob en als we achter hem aan snorkelen doemt na een meter of 25 ineens, uit het blauwgijze water een enorme rog op. Zijn witte bek en onderlijf lijken wel licht te geven as hij sierlijk aan komt zwemmen en op twee meter onder ons door zwemt. We zijn volkomen overdonderd. WAUW! Wat geweldig! Wat een prachtig beest dat zo rustig en majestueus voorbij komt zwemmen.

    En zo verloopt de rest van de excursie. We gaan uiteindelijk drie keer het water in, waarvan de laatste keer het mooist is. We zien eerst drie manta’s die in elkaars buurt grote loops zwemmen. We zijn zo op ze gericht dat we nummer vier missen, waardoor Jacob hem per ongeluk aanraakt en de rog er keihard vandoor schiet, vlak langs Karin. Wauw, waar kwam die vandaan?! De vier roggen zwermen even om elkaar heen en gaan dan achter elkaar aan zwemmen, in een treintje. Ze zwemmen voorbij, verdwijnen uit beeld, draaien om, zwemmen weer voorbij… We hangen bijna bewegenloos in het water. Ze zwemmen weer voorbij en he, het zijn er ineens vijf!

    Minutenlang genieten we van het spektakel van vijf enorme roggen (de grootste flink wat breder dan Martijn lang is) die moeiteloos door het water scheren. Ze lijken zich niets van ons aan te trekken. Allebei moeten we op verschillende momenten onze armen en / of benen intrekken om de enorme manta’s niet te raken! Martijn moet zelfs haastig achteruit als een manta ineens omhoog komt. We klikken plaatjes en genieten met volle teugen; dit is echt nog veel beter dan we hadden gehoopt!

    Uiteindelijk landen we weer in de boot, waar we druk praten met de Zweden (natuurlijk willen we foto’s delen) en genieten van de vliegende vissen die af en toe naast de boot omhoog komen. Jacob brengt ons met een knap staaltje varen, vlot terug naar Ukulhas. Terug op het eiland blijkt het inmiddels half 11! We vallen uitgehongerd aan op ons ontbijt. We hebben gekozen voor een Malediefs … Malediviaans… lokaal ontbijt. Kleine pannenkoekjes met visprutjes. De tonijnvariant is verrassend lekker en we komen lekker bij van ons zout-water-grote-vissen-avontuur.

    We proberen lunch te bestellen voor later, maar de kokkin blijkt op Male en komt pas met de late boot terug. Geen lunch dus, maar dat komt vast goed bij onze Thaise vrienden. Voor nu rennen we eerst nog even naar het strand voor een rondje ‘gewoon’ snorkelen. Je zou zeggen dat dat dan tegenvalt na die manta’s maar niets is minder waar. We lopen Bikini Beach zo ongeveer af tot aan het zuidelijke puntje en snorkelen helemaal terug naar onze villa. We spotten en passant nog even een eagle ray onder water en verder genieten we van alle prachtige vissen. We doen heel rustig aan; als je langer op één plek blijft hangen, spot je steeds meer schitterende vissen. We hebben geen idee van alle namen (behalve van de Picasso-vis!), maar dat mag de pret niet drukken. Wat is dit toch mooi!

    Als we bij onze villa zijn besluiten we heel verstandig het water uit te gaan,. We douchen, kleden ons om en gaan ene hapje eten bij SeaLaVie, de thai. Omelet, vers limoensap en uitstekende koffie, wat wil een mens nog meer. Na de lunch doen we een tijdje rustig aan en heel misschien zou het kunnen dat onze ogen even zijn dichtgevallen… Maar niet al te lang natuurlijk, want ja, we willen eind van de middag nóg een rondje snorkelen.

    Dat doen we uiteindelijk, maar is geen onverdeeld succes. Karin’s pootjes geven het ene beetje op, er staat een sterke stroming en door het afgaande tij moeten we heel erg voorzichtig zwemmen om geen koraal te raken. We verruilen de snorkel voor een zonnebril en liggen nog een tijdje in het ondiepe water te genieten van de zon, de zee, het zand, het groen… Kom en dan is het echt genoeg geweest. Voorlopig zijn we nog niet verbrand en dat willen we graag zo houden!

    Na een tweede douche, een fles water en een zonsondergang eten we nog een keer bij de Thai. De andere plekken trekken minder tot nu toe en deze geweldige tent, met een heerlijke uitwaai-verdieping, lekker eten, uitstekende drankjes, lekkere taartjes en koffie en heel erg vriendelijk personeel, bevalt prima! Na het eten lopen we het hele eiland af, van het zuiden naar het noorden. We zien de kleine haven, met een kade waar een haaitje voorbij zwemt, eerst de ene en dan de andere moskee, met borden met teksten van Allah, in het Arabisch, het Engels èn de lokale taal, het Divehi of Maldivisch, één van de minst gesproken talen ter wereld. Er is een schooltje, met een kinderopvang er naast. Kleine winkeltjes (allemaal nog open, tot laat) en mensen die in groepjes praten, lachen… Mensen zijn erg op zichzelf; Karin krijgt soms heel voorzichtig een lachje terug, maar meestal worden we genegeerd. Niet op een nare manier; het lijkt er vooral op alsof mensen niet zo goed weten wat ze met al die toeristen moeten. Nog geen 10 jaar geleden kon je op bijna geen enkel lokaal eiland terecht. Het is even wennen, voor iedereen.

    Vanaf de plek waar we op de boot stapten vanochtend besluiten we over het strand terug te lopen. Het is stikdonker, er staan duizenden sterren te stralen en als Martijn begint te lopen lichten zijn voetstappen op! Fosforiserende algen en het is geweldig: sterren boven ons hoofd en onder onze voeten. Als een stel idioten lopen we huppelend (met stampen licht het meer op) over het strand terug. Schaterend komen we aan bij onze villa. Tijd om te gaan slapen. Wat een dag…

    Reacties uitgeschakeld voor Snorkelen met mantaroggen (7 januari 2019)
  • Snorkelen met haaien en roggen en… (8 januari 2019)

    We hoeven niet enorm vroeg weg; na het ontbijt staan we om 9 uur klaar met onze snorkelzooi… om nog om een half uurtje geduld gevraagd te worden. Het hele eiland zit zonder benzine. Vanmiddag om 2 uur wordt er weer geleverd. Chico en Jacob hadden een voorraadje. Helaas heeft de middelste broer die opgemaakt gisteren met een dringend bezoek naar een ander eiland. Dus gaan we nu met een ander bootje mee; eentje die nog een voorraad benzine heeft. Met een andere captain èn een Russisch stel met kind. Jacob gaat ook mee.

    Chiko brengt ons naar de haven waar we een tijdje wachten. We staan wat te praten. Over het weer, wat een stuk interessanter is dan het misschien lijkt, als je het hebt over verschillen tussen Nederland en de Malediven. De mannen zijn verbijsterd over het temperatuur-verschil in Nederland. En over buiten zitten op een terras met 18 graden. “Hier wordt het soms 24 graden en dan trekt iedereen een trui aan”, schatert Chiko. Jacob onderbreekt ons: kijk snel, een sting-ray! Een enorme donkere schaduw glijdt door het helderblauwe water. Wauw, gewoon terwijl we staan te wachten aan de haven!

    Het Russische gezin (vader, moeder, meisje van een jaar of 8) spreekt geen Engels en lijkt ons volkomen te negeren. We halen onze schouders op en genieten van het weer en de snelheid van de boot als we naar Three Tree Island (met dus drie…. juist) varen, in het zicht van de haven van Ukulhas. We varen er omheen. We zijn buiten het rif en er zijn redelijk wat golven, maar ‘ready’ vraagt Jacob ‘this is the place for sharks, eagle rays and turtles’. We haasten ons overboord en zwemmen langs de rand van het rif. Het water is kraakhelder en we kunnen eindeloos ver en diep kijken.

    We checken in de stevige golven goed waar de ander is en houden met een schuin oog de boot en de andere captain in de gaten, die met het Russische meisje aan zijn arm zwemt. We zijn de ouders van het meisje een beetje kwijt en dat baart ook de captain zorgen. Hij geeft zonder omhaal het meisje over aan Martijn die verbouwereerd haar arm pakt en haar bemoedigend toelacht. De captain racet naar het stel en zo te zien vindt de vrouw het maar eng. Ze wil naar de boot en het meisje eigenlijk ook. Gene punt zegt Martijn en we zwemmen haar samen naar de boot toe. Jacob tilt haar moeiteloos aan boord.

    Dan kunnen we echt snorkelen en voor we het weten hebben we het hele rif afgezwommen, De tijd vliegt. Er is niet eens zo heel veel vis, maar het is erg indrukwekkend èn we zien meerdere witpunt rifhaaien en eagle rays (adelaarsroggen)! En elke keer wijzen we elkaar weer enthousiast op de ‘vondsten’ en doen we een poging tot het maken van plaatjes. Iets dat nog niet meevalt, onder water!

    Als we het eiland voorbij zijn gaan we terug aan boord en drinken een flesje water weg terwijl we naar de volgende plek racen. Daar is het veel rustiger en heel erg ondiep. Uitkijken met snorkelen dus. Als we overboord gaan zien we al snel waarom het afwisselend donker en licht is onder water. Enorme tafelkoralen groeien in groepen bij en over elkaar. Heel veel gekleurde vissen zwemmen er onder, boven en tussendoor. En … ‘turtle’ roept Jacob, als Karin haar hoofd boven water steekt. We zwemmen als een gek naar de plek waar hij heenwijst en zien nog net een schildpad voorbij racen. Wauw, wat gaat die hard! Terug aan boord grappen we dat hij vast een trein moest halen. ‘you mean a plane’ zegt de captain verbaasd. Jacob lacht met ons mee.

    We zijn inmiddels behoorlijk moe van al dat geflipper maar we hebben nog één stop te gaan. Opnieuw een diepe plek en aanvankelijk niet zo interessant. Tot we tegelijkertijd een schildpad èn een witpunt rifhaai voorbij zien komen. Met dat cadeautje zwemmen we terug naar de boot, waar we bekaf nog maar eens een flesje water leegdrinken terwijl we terug racen naar Ukulhas. We wandelen terug naar Beach Villa, waar een kwartiertje later onze lunch wordt geserveerd. Hier kan een mens aan wennen…

    Na de lunch houden we siësta en daarna willen we toch wat meer van het eiland zien. We wandelen er helemaal om- en over heen. Eerst het strand, waar het witte zand en de blauwe zee meteen weer aanlokkelijk zijn. Daarna de ‘bebouwde kom’. Het begint wat later in de middag te worden en het wordt drukker op straat. Zeer bescheiden gekleede dames (bedekt, gesluierd en soms in niqab) die de straten van zand schoonvegen met een palmblad, boodschappen doen of staan te praten, kindjes die voetballen, mannen die voorbij komen op een motorfiets of lopend en stuurs voor zich uit kijken. Meerdere kleine winkeltjes. Een basisschool en zoals we later leren zelfs een bescheiden college, voor de eilanden in de omgeving! Een dokterspraktijk(je). En overal wordt gebouwd. Chiko en Jacob vertellen ons later dat het eerste hotel (Ukulhas Inn) in 2014 (!) zijn deuren opende. Dat was mogelijk omdat er sinds 2008 een ferry kwam, meerdere keren per week en sinds 2012 de speedboat, die twee keer per dag gaat. Daarvóór konden eilanders alleen naar Male met een vissersboot die toevallig die kant op ging, een grote zeilboot (die er 7 uur over deed) of via een watervliegtuig vanaf een resort island.

    Er zijn meer restaurants dan we dachten en we besluiten eens te kijken of één van die opties misschien iets voor vanavond is. Retro Royal is zo op het oog een leuke tent, op een binnenplaats onder een enorme boom. De drankjes blijken er heerlijk (vers limoensap en vers mangosap), maar de service is super-traag en iedereen die na ons komt wordt eerder geholpen dan wij. Als we allebei ook nog een muggenbult opdoen (niet dat het restaurant daar iets aan kan doen, maar toch) is de maat vol. Vanavond eten we toch weer gewoon bij SeaLaVie!

    We dwalen nog een tijdje en gaan dan lekker eten. En koffie drinken! En dan lekker slapen. Snorkelen makt hongerig èn slaperig!

    Reacties uitgeschakeld voor Snorkelen met haaien en roggen en… (8 januari 2019)
  • Laatste keer: snorkelen met een schildpad (9 januari 2019)

    De zee is… anders merken we vandaag. Er staat meer wind en die is bovendien gedraaid. Er rollen golven op ons strandje en als we van het zuiden naar het noorden snorkelen, lijken we op sommige plekken door een soort dikke soep te zwemmen. We zien dan letterlijk geen hang voor ogen. Het zorgt dat we de heldere plekken meer waarderen, maar die zijn ook niet heel helder vandaag. Tot overmaat van ramp beslaat onze duikbril om de haverklap. Kortom: het valt nogal tegen.

    We moeten er eigenlijk wel en beetje om lachen als we aan de rand van het water zitten bij te komen. Daar zitten we dan, op de rand van een hagelwit strand, in een azuurblauwe zee, in de zon, vogelgeluiden op de achtergrond… en we dreigen te gaan mopperen?! Gelukkig stoppen we onszelf net op tijd, gooien onze snorkelspullen op het strand en pakken een strandstoel in de schaduw. Zonnebril op, boekje erbij, enorme fles water: hemels!

    Af en toe rennen we het water in, zwemmen een klein rondje. We bekijken de mensen die voorbij wandelen. Veel Italianen, luidruchtig en bruingebrand, het Russische stel van gisteren (waarvan het meisje ineens heel enthousiast ‘hi’ zegt tegen Tijn en naar hem lacht), gezinnen van onbekende nationaliteit met een heeeeel klein kindje. En voor we het weten is het half 1.

    We lunchen bij onze Beach Villa en daarna besluiten we na nog een half uurtje lezen het snorkelen nog eens te proberen. De wind is wat afgenomen en gedraaid dus wie weet. We snorkelen naar de rand van het rif. Het water is inderdaad veel helderder. Bij de rand slaan we rechtsaf en na 5 meter begint Tijn enthousiast te wijzen. Een enorme schildpad en hij zit rustig te eten. We kunnen ‘m perfect zien en de komende 15 minuten ofzo blijven we van ‘m genieten. Hij komt af en toe omhoog voor lucht en Martijn maakt plaatjes en filmpjes. Er komt één ander stel bij en we genieten alle vier van dit geweldige cadeau. We zijn meteen alle teleurstellingen van vanochtend vergeten.

    Na de schildpad maken we nog een rondje en zien als bonus-cadeautje nog een haai. Als we terugsnorkelen zit de schildpad nog steeds te eten maar we zijn bekaf na een enorme snorkelronde. We zwemmen terug naar onze strand-plekjes en komen in de schaduw rustig bij. Martijn gaat nog één rondje, Karin zwemt nog een beetje en dan is het echt op.

    Inmiddels is het water, dat rond lunchtijd was uitgevallen op het hele eiland, hersteld. We douchen, wassen onze haren, wassen onze zwemkleren die we te drogen hangen en ruimen allerlei zooi op. Martijn haalt in een winkeltje verderop een flesje tonic, een alcoholvrij biertje en een rol pringelachtige chips en we proosten op de schildpad. Het is bijna op, dit geweldige bezoek aan deze prachtige eilanden. We hebben gemixte gevoelens over ons aanstaande vertrek: we hebben zin in Singapore, maar deze schitterende omgeving achterlaten doet wel even pijn. Voor die tijd hebben we ons laatste diner hier geboekt bij de Beach Villa.

    Om half 7 staat er nog niets op tafel. En drie minuten later ook niet. Geen big deal, maar ze zijn zó stipt, dat we ons afvragen of alles ok is. Als Martijn naar buiten stapt komt Jacob aanlopen. Kom, kom, jullie eten op het strand! Ehm, pardon. Als we achter Jacon aanlopen staat er een tafel gedekt onder de palmen. Kleine lampjes in een boomtak als verlichting, fakkels met flakkerend led-licht er om heen, versierde borden met het bestelde eten èn een enorme gebakken vis, vers sap, een bord fruit. Voor jullie, zegt Jacob, van ons. Jullie hoeven niet te betalen, we vonden het leuk dat jullie er waren. Jullie zijn leuke mensen. En zomaar ineens zijn we sprakeloos. Jacob glimlacht bescheiden, zegt ‘eet smakelijk’ en verdwijnt.

    Het eten is heerlijk en we praten over van alles terwijl het donker wordt en een heel klein sikkeltje van de maan zich laat zien, weerspiegelt in het water. Na het eten brengen we wat spullen terug, pakken onze tassen in en gaan dan betalen en napraten met de drie broers. Ze vertellen over hun leven vóór het hotel, dat twee jaar geleden opende; ze visten, op tonijn. Een zwaar beroep en ze waren soms een maand op zee. Nu kunnen ze elke avond hun kinderen zien. Ze hebben drie jaar gedaan over het bouwen van hun Beach Villa. En het loopt wel goed ja. We praten over het leven hier en over de uitdagingen en we zijn het er achteraf over eens: al dat moois om het eiland heen, verbleekt bij zulke mooie mensen.