Naar Hong Kong (27 maart 2019)

Zoals gezegd: een verrassend warme kamer en we hebben redelijk goed geslapen. Martijn’s verkoudheid gooit af en toe wat roet in het eten, maar we mogen niet klagen. Doen we dan ook niet, zeker niet als blijkt dat de eigenaar er zowaar is, zoals beloofd. Na het drankgelag van gisteravond hadden we er half-en-half rekening mee gehouden dat hij zijn roes ergens zou liggen uitslapen. Maar hij is er, met kleine oogjes dat wel, maar ook met de beloofde bananen-pannenkoek en een pot thee. En als we klaar zijn met de auto. Dat wil zeggen: als we hebben afgerekend brengt hij ons naar de auto die voor de deur op ons wacht.
Zooi in auto, zwaai naar eigenaar, daag Chengyang, we gaan. Het is half 8. Tijd zat om in Shangiang te komen, waar we de trein zullen nemen. Da’s maar gvoed ook, want aanvankelijk lijken we de verkeerde kant op te rijden?! Gelukkig duurt dat precies twee minuten, tot onze chauffeur een passagiere heeft opgepikt. Ze zegt verbaasd ‘Nihao’ als ze ons ziet en gaat vervolgens los in het Chinees tegen de chauffeur. Ze krijgt het voor elkaar om 50 minuten een bijna ononderbroken stroom geluid tegen hem te produceren. Aan zijn grijns te zien en aan het feit dat hij af en toe dwars door haar heen praat, kan hij er wel tegen. Of is hij er aan gewend. Of allebei. Wij sluiten ons gewoon af (handig, als je er letterlijk geen woord van verstaat) en kijken om ons heen. Zoals altijd is er genoeg te zien en de tijd vliegt voorbij.
Station Shangiang is niet groot… naar Chinese maatstaven. Twee sporen is niet groot naar welke maatstaven dan ook, maar het gebouw dat er voor neergezet is… Man, oh man… Afijn. Controle, wachten, inchecken, twee stoelen naast elkaar in de keurige tweedeklas coupé, half uurtje rijden en dan zijn we in Guilin. Het noordelijke station. En we moeten naar het westelijke voor onze trein naar Hong Kong. We gaan op zoek naar onze transfer.
Buiten het station staat een enorme groep chauffeurs. Veel met bordjes, een aantal die meteen begint met naar ons te roepen en voor ons neus te staan en één chauffeur lijkt zelfs zijn sleutels aan te bieden. Maar niemand met een bordje met ónze naam. Zouden ze dan.. ‘Hello’. Hee, Nio! Ha, nee die heeft geen bordje nodig en in de grote drukte hebben we over hem heen gekeken. Hij moet lachen om ons enthousiasme en onderweg naar het andere station hebben we een Engels-handen-voeten gesprekje over onze dag, zijn vrouw en onze vervolgreis. Als hij ons afzet zwaaien we enthousiast naar elkaar: nu echt dag!
Tja en dan moeten we heeeel veel wachten. Het is na een veiligheidscontrole ongeveer 10 uur en onze trein gaat om 10 over half 2. We zuchten eens diep terwijl we onderuit zakken in de redelijk comfortabele stoelen in de enorme wachtruimte. Daar is het aanvankelijk nog rustig, maar al snel loopt die helemaal vol met veel dames en een aantal heren die afkomstig zijn van een conferentie. Of een soort huishoudbeurs. Allemaal dezelfde pakketjes en allemaal eindeloos veel snoepgoed en koekjes voor de familie thuis en enorme tassen en koffers en handtassen en heeeeel veel geluid. Alsof er een zwerm sprinkhanen neerstrijkt in de wachtruimte maken ze er binnen 10 minuten een lawaaiig zootje van. We laten het maar een beetje over ons heen komen en zijn blij als de grootste groep een trein neemt en verdwijnt.
We regelen lunch (koekjes, nootjes en bananen werkt hier ook prima) en zijn heel blij als we uiteindelijk naar de trein mogen. Daar krijgen we opnieuw twee stoelen naast elkaar in de volle tweedeklas coupe. Deze trein stopt maar één keer voor Hong Kong en de snelheid is op sommige stukken over de 300 kilometer per uur! Het landschap wordt minder bergachtig en (gelukkig) ook minder grijs en nat. Als we in de buurt komen van Hong Kong is de temperatuur inmiddels opgelopen tot 28 graden en zien we hier en daar een straaltje zon! Het aantal tunnels is afgenomen: het aantal rivieren en zeearmen is toegenomen en we scheuren over een flink aantal bruggen.
En na een uurtje of 3,5 ‘landen’ we in Hong Kong Kowloon West, het eindstation. En daar verlaten we ‘Mainland China’ zoals het wordt aangeduid. Ja, Hong Kong is officieel onderdeel van China… maar toch is het apart. Echt apart: we moeten een uitreiskaart invullen en tekenen, ons visum wordt gecontroleerd en we worden uit China gestempeld. Dan lopen we een stukje door niemandsland, vullen een inreiskaart in en worden met een ‘visa on arrival’ voor maximaal 90 dagen toegelaten in Hong Kong! De sim-card van Snail Mobile is er ook mee opgehouden. En we moeten pinnen! Ja, Hong Kong heeft (nog steeds) een aparte munt, met een eigen koers. We ruilen onze resterende Chinese Yuan in voor Hong Kong dollars, pinnen en regelen een Octopus-card voor de metro. En dan nemen we de metro.
Dat is nog even een ding, want hoewel we hemelsbreed niet zo ver weg zijn van ons hotel, moeten we met de metro een stuk om en ene keer overstappen. Maar dan komen we ook op 3 minuten lopen ban Hotel Stage boven de grond. Inmiddels beginnen onze tassen redelijk door te wegen en zijn we helemaal klaar met al het reizen, dus we zijn enorm blij met onze luxe en stille kamer! He, he, dit is een fijne plek voor de komende drie nachten! Zeker omdat ze ons óók nog een ‘handy’ (een mobiele telefoon met Internet, die we al eerder tegen kwamen) uitlenen die in dit geval ook kan opereren als wifi hotspot! Hopla, zelfs Internet de komende dagen. Martijn haalt bovendien opgelucht adem: zijn what’sapp berichten komen weer binnen. We zijn echt China uit. Soort van.
We zijn enorm gaar door de enorme reis en willen eigenlijk alleen nog even wat eten. Op aanraden van de receptioniste gaan we op zoek naar een restaurantje met uitstekende dim sum en de tip blijkt uitstekend: we eten echt verrukkelijk. Daarna regelen we voor Martijn wat strepsils en neusdruppels en gaan we terug naar het hotel. Met een kopje thee kijken we een beetje tv (Engelse tv-kanalen!) en gaan op tijd slapen.